Klik op de handen om terug te keren naar de site...

maandag 6 januari 2014

Suikerbewust eten: een daad van transitie

door Sandra
Ik heb me altijd maar een halve transito gevoeld. Ik sympathiseer en leef behoorlijk groen, maar ben niet echt actief in de transitiebeweging en bungelde via mijn veel actievere partner wat aan het randje. Enkele maanden geleden maakte ik echter een keuze waardoor ik dat intussen toch anders zie. Ik besloot namelijk om 30 dagen helemaal te stoppen met suiker eten. De uitdaging bestond erin om niet alleen alle voedingsmiddelen met geraffineerde suiker erin te schrappen, maar ook alles wat suikervervangers (maltodextrine, sorbitol, geraffineerde stevia, allerlei stropen, honing, etc) bevat én alle voedingsmiddelen waardoor je bloedsuikerspiegel plots en sterk stijgt, zoals tarwebrood, witte pasta en witte rijst, gebakken of gefrituurde aardappels, chips, alcohol, fruitsap ... Ik deed het meer met de bedoeling om mentale afhankelijkheid van zoet voedsel te doorbreken dan om gezondheidsredenen. Over de ups en downs van mijn suikervrije maand en mijn beslissing om daarna suikerbewust - met minimaal suikerverbruik en het vermijden van bloedsuikerpieken - te blijven eten, gaat het hier niet. Wie daarin geïnteresseerd is, kan er mijn blog 'De gelukkige eter' op nalezen. Het gaat wel over wat mijn keuze betekent in het licht van transitie. Ik ben gaan beseffen dat overschakelen naar een suikerbewust voedingspatroon eigenlijk een regelrechte 'daad van transitie' is.

Om te beginnen ging ik me een stuk kritischer opstellen ten aanzien van wat er zoal aan voedingsmiddelen te koop wordt aangeboden. Als je alle vormen van suiker wil vermijden, word je een verwoede etikettenlezer en zoek je wel eens wat op. Dat werkt flink ontnuchterend. Voor zover ik het al niet eerder wist, kwam ik tot de vaststelling dat in zowat alle bewerkte voeding wel één of andere vorm van suiker zit. Waar ik nog wel van opkeek: ook in vele produkten met een bio-label worden zoetstoffen verwerkt. Terwijl ik er tevoren argeloos van uitging dat ik in de natuurvoedingswinkel zonder zorgen om het even wat in mijn kar kon laden en het allemaal uitermate gezond was, ben ik daar intussen van teruggekomen.

Inkopen doen op automatische piloot behoort tot het verleden. Aan de ene kant zorgt het voor frustratie om te beseffen dat ik meer dan driekwart van alles wat in de gemiddelde supermarkt te verkrijgen is links moet laten liggen. Aan de andere kant voelt het bevrijdend om een grote mate van onafhankelijkheid te verwerven van de voedingsindustrie die er vooral op gericht is mij te laten consumeren, eerder dan mijn gezondheid te bevorderen. Ik negeer nu alle geraffineerde produkten die op voedsel lijken maar het eigenlijk niet zijn omdat hun voedingswaarde uiterst beperkt is en ze hopen ingrediënten bevatten die mijn gezondheid absoluut niet ten goede komen. De schreeuwerige gezondheidsclaims op hun verpakkingen leiden mij niet meer om de tuin.

Dat betekent vanzelf dat ik nu veel meer 'eenvoudige', onbewerkte voeding eet. Meer groenten en fruit bijvoorbeeld die ik bij voorkeur uit de lokale biologische produktie haal. Door suiker te schrappen is mijn smaak gevoeliger en gevarieerder geworden en hecht ik meer belang aan kwaliteit, vandaar dat ik sterker dan tevoren geneigd ben om voor bio en lokaal te kiezen. Ook die keuze geeft mij als consument een grotere weerbaarheid.

Verder zorgt suikerbewust eten voor een andere manier van leven: ik besteed meer aandacht en tijd aan het bereiden van voedsel, er is meer interactie over eten binnen mijn gezin. Voor mij is dat ook één van de dingen waar transitie voor staat: de herwaardering van elementaire daden van zorg voor onszelf en onze naaste omgeving. In veel gevallen hebben we die basishandelingen die bij mens-zijn horen – zorgen voor ons voedsel, onze kleding en woonomgeving - uit handen gegeven omdat we er door de dwang om voldoende geld te verdienen om onze consumptie op peil te houden geen tijd meer voor hebben. Ongetwijfeld ook omdat we ze minderwaardig zijn gaan vinden ten opzichte van het zoveel hoger geachte streven naar professioneel succes.

Een beetje tot mijn verbazing heb ik gemerkt dat anders gaan eten ook een sociale component en een voorbeeldfunctie heeft. Het brengt mij in verbinding met anderen en houdt een spiegel voor. In gezelschappen, op feestjes, in contacten met vrienden komt het ter sprake, ook al loop ik er niet mee te koop. Mensen stellen vragen, raken geïnteresseerd, willen een recept, gaan hun eigen voedingsgewoonten onderzoeken.

En ten slotte stel ik bij mezelf vast dat ik ook een innerlijke, mentale transitie onderga. Al zou je dat op het eerste gezicht niet verwachten: één element uit je voedingspatroon weglaten heeft ook een impact op andere levensterreinen. Het brengt een reflectie over allerlei vormen van afhankelijkheid in mijn leven op gang: afhankelijkheid van internet en sociale media en van relaties bijvoorbeeld. Ik sta ook meer stil bij persoonlijke keuzes op andere vlakken dan voeding. Evidenties worden doorbroken, ik ben minder geneigd om me te conformeren en maak authentiekere keuzes. Kortom, ik verwerf meer en meer de houdingen en opstellingen die nodig zijn om niet alleen in transitie te leven, maar er ook actief deel van uit te maken.


Als je het oppervlakkig bekijkt, zou je kunnen zeggen: 'Het is toch maar een beetje suiker? Er zijn toch veel belangrijker dingen dan dat? Klimaatverandering, opwarming van de aarde, ggo's, piekolie, ...'. Maar eigenlijk is het net zoiets als wanneer iemand die nooit eerder over transitie heeft gehoord, zegt: 'het is toch maar een beetje pesticiden op mijn groenten, ik smaak het niet en zo erg zal het wel niet zijn'. Of: 'het is toch maar een klein ritje met de auto naar de bakker, wat maakt dat voor verschil?'. We weten dat het een verschil maakt, en zo ook hebben de paar kilo's suiker die ik per jaar minder consumeer een impact die een stuk verder reikt dan mijn eigen leven. Dat is ook hoe ik transitie zie: kleine individuele daden die hefbomen vormen voor grote maatschappelijke veranderingen; persoonlijke bewustwording en ontplooiing die bijdragen aan een transformatie op wereldschaal. 

zaterdag 31 augustus 2013

No 'poo reloaded

Er zijn weer enkele jaren gepasseerd en m'n wilde haren ben ik kwijt, letterlijk dan. Ik beken dat het no 'poo-experiment niet helemaal naar wens verliep - het vetgehalte van m'n haar leek maar niet te stabiliseren en de schilfertjes verdwenen niet. Was ik dan toch zó ver verwijderd van mijn natuurlijke staat dat de weg terug bijna onoverbrugbaar was geworden?

Ik gaf 't op, het experiment, helemaal, en vergreep me opnieuw aan shampoo met conditioner. Maar de 'bewustzijnsgrens' was al overschreden - op geen enkele manier kon ik de nadelige effecten van chemische shampoo wegdenken of weerstaan aan het lezen van de inhoudstoffen op de etiketjes.

Het is helemaal dankzij groene Evelien dat ik op het spoor van 'wondermiddel' natriumbicarbonaat gekomen ben. Dat blijkt een mild schoonmakend en milieuvriendelijk (zegt het internet) product te zijn dat voor zo goed als alles te gebruiken is. Voor je haarwasbeurt los je een halve eetlepel natriumbicarbonaat op in wat warm water en dat gebruik je zoals shampoo, verwacht alleen geen schuim. Na uitspoelen kan je je haar verzachten met azijn, verdund met water. De verhouding azijn-water verschilt van info-bron tot bron, maar ik doe ongeveer 2 op 10, soms lees je ook half om half maar dat lijkt me wat veel. De azijn kan je uitspoelen of in je haar laten drogen. De geur verdwijnt in beide gevallen bij het drogen. Het klinkt simpel en zo is het ook. Het carbonaat reinigt veel beter dan louter water, zonder agressief te zijn.

Ik gebruik deze methode nu al enkele maanden en ben erg opgelucht dat 't werkt: we zijn weer wat onafhankelijker geworden van de grote multinationals!

Marc

vrijdag 21 januari 2011

zonder gezonder (bis)

De titel kan naar vele dingen refereren: suiker, shampoo, auto,... maar wat denk je van electriciteit?

Op een avond ergens eind december had onze wijk te maken met een lokale stroompanne. De hele wijk zat zonder electriciteit in huis, zelfs de straatverlichting was uit. Mijn eerste gevoel toen ik merkte dat 't verderging dan onze eigen hoofdzekering: cool! Maar daar was niet elk familielid het mee eens. Of we niet iemand kunnen bellen? Tja, de telefoon hangt aan een Telenet-modem die ook geen stroom meer krijgt. Gsm? Die werkt, maar een nummer opzoeken op www.1207.be gaat niet. (En nee, ook Youtube werkt niet, en Ketnet Kick ook niet.) Dan maar afwachten en boekjes lezen bij kaarslicht.

Ik vond deze gelegenheid een ideaal moment om te zien hoe ver onze veerkracht gaat zonder energie-input van buitenaf. Niet erg ver natuurlijk.
Wij verwarmen onszelf in huis met hout, dus dat was geen probleem, maar ik kan me voorstellen dat maar bitter weinig huizen zonder electriciteit kunnen verwarmen, ook een mazoutketel kan niet zonder.
Kaarsen ook genoeg, we hoefden niet teveel op onze tastzin beroep te doen, enkel om de eerste lucifer te vinden.

De stroom viel echter uit toen ik met het eten bezig was. En dat doen we op een inductieplaat: electriciteit bij uitstek. Toch maar even afwachten hoe lang de panne zou duren. Als we allemaal grote honger zouden krijgen, kon ik nog altijd mijn rocket stove uithalen en daarop koken, een makkie. Dat vind ik nog altijd een mooi staaltje van veerkracht!

De koelkast dan, tja. Ik heb al vaker gemerkt dat diepvriezer en koelkast centrale gegevens zijn in het huis als het gaat om electriciteit. We overleven het wel zonder lampen, zonder warm water, zonder tv zelfs, maar we kunnen geen enkel alternatief bedenken voor koelkast en diepvriezer. Als je kwestie verder ontleedt, dan merk je dat het natuurlijk niet gaat over de twee apparaten, maar over voeding. Als die twee dingen het laten afweten, hebben we nog slechts voor enkele dagen eten in huis, en wat dan? Stel dat de supermarkt óók zonder stroom zit? Voor deze panne hebben we geen alternatief voedingsplan... Maar dit is natuurlijk ook slechts een voorproefje. De panne zal wel gauw hersteld zijn.

Wat me bij mezelf meteen opviel toen de stroom uitviel en langer dan enkele minuten bleek te duren, was een weldadig gevoel van rust en ontspanning. Zonder daarvóór echt gestresst te zijn, had de panne een soort uitbol-effect, alles mocht in een lagere versnelling. De kaarsen en het flikkerende houtvuur zorgden voor knusse huiselijkheid. Buiten was het écht donker, écht nacht. Ik denk dat mensen vergeten zijn wat nacht is, want we staan constant in de schijn van straatlampen, autolichten, en binnenshuis in een hele collectie van interieurverlichting. Als dat allemaal in een knip verdwijnt, lijkt 't alsof binnen in jezelf ook iets kunstmatigs wordt uitgezet, waardoor je even opnieuw contact hebt met je natuur-ik. Heerlijk gevoel.
En dan ploeft alles weer aan. Beuh;;;

In een laatste opflakkering van sentiment nemen we ons voor om af en toe een avondje thuis alles af te zetten en de sfeer te herbeleven, maar eigenlijk weet ik al dat we dat toch nooit echt helemaal zullen doen. En de straatverlichting kan je sowieso nooit afzetten.
Stilletjes neem ik me ook voor om volgende lente zoveel ik kan groentjes en fruit te kweken en in te maken, zodat bij een volgende periode van energieschaarste die koelkast ook niet meer hoeft...

zonder gezonder

Sinds ruim twee maanden heb ik geen fles (shampoo!) meer aangeraakt... Helemaal eerlijk heb ik 't niet gespeeld, geef ik toe, maar de nood dreef me ertoe. Ik had namelijk te lijden van een bekende plaag waar elke ouder met schoolgaande jeugd mee geconfronteerd wordt maar nog steeds wat in de taboesfeer zit: luizen! Geen moment dacht ik eraan om naar de klassieke zware chemische vergiften te grijpen, het zou een terug-naar-af betekenen van mijn betrachting en uit eerdere ervaringen wist ik al dat de beestjes resistent zijn geworden tegen de meest courante producten. De klassieke fijne luizenkam werkt 't best, maar zonder enig wasmiddel is m'n haar toch te stug om de kam erdoor te halen. Het meest praktische compromis dat ik kon bedenken was om een conditioner te gebruiken. In de (internet-)literatuur staat dat als milder dan shampoo beschreven maar met toch een zekere wascapaciteit. Ook zonder shampoo bleek een bescheiden hoeveelheid conditioner voldoende om makkelijk doorkambaar haar te krijgen dat toch zijn natuurlijke beschermlaag (=vet, of eufemistischer, het sebum) behoudt.
Weg luizen dus, je mag terug in mijn buurt komen.
Het is nog wat vroeg om een finale balans op te maken van de toestand van m'n haar zonder producten, de voorlopige is absoluut positief, maar misschien treden toch nog complicaties op... Dat lees je dan in een volgende bijdrage.
Marc

maandag 29 november 2010

No 'poo

Een mens haalt zich wat op de hals door de lokale held te willen uithangen. Maar in de eerste plaats doe ik 't natuurlijk voor mezelf. Ik heb de uitdaging geaccepteerd om mijn haar niet meer te wassen met shampoo. Met wat dan wel? Gewoon, met water. Het blijkt dat shampoo niet goed is voor je haar en je hoofdhuid: het veroorzaakt droog haar, te vettig haar, schilfertjes. Míjn haar is bijvoorbeeld te droog: de shampoo verwijdert de natuurlijke beschermingsvetlaag, het sebum, en daarna zorgen enkele ingrediënten van de shampoo voor een verdere deshydratatie van haar en hoofdhuid. Resultaat is broos, warrig haar zonder glans, en schilfertjes. Daar vindt de industrie dan weer wat op door conditioners aan te bieden, en haarmaskers enz enz. Nee, stop, niks meer...ik laat het natuurlijke evenwicht van scalp en lokken herstellen door enkel te spoelen met water.
Hoe kom ik erop om zoiets te doen?
Dit jaar in juli logeerde ik een week als vrijwilliger bij Lammas, een ecovillage in Zuid-Wales. Daar wonen Kit en Saara. Kit wast al jaren z'n haar niet meer met shampoo, Saara een zestal maanden. Enkele andere inwoners zijn recenter aan het experimenteren geslagen. Ik beschouwde de zeepschuwheid toen vooral als couleur locale, maar recenter kreeg ik een artikel onder ogen over de no 'poo-beweging in de VS, je kan dat hier lezen. Dat deed me beseffen dat dit ook voor mij opging, en zo kreeg ik er wel zin in. Ten slotte hielpen producten toch al niet tegen m'n te droge haar.
Ondertussen ben ik anderhalve week opgeschoten zonder shampoo. Ik vond 't plots niet veel zin meer hebben om m'n haar elke paar dagen te wassen als ik toch geen zeep gebruikte, dus ik heb nog maar twee wasbeurten achter de rug. Ik was vooral bang dat ik m'n haar niet meer zou kunnen kammen, dat was eigenlijk altijd een probleem en kon alleen maar erger worden, dacht ik. Maar na de tweede wasbeurt had ik minder knopen en het kammen ging vlotter, m'n haar voelt nu ook steviger en zachter. Vettiger ook, jawel, maar daar doe ik 't ook voor, en het is nog niet té vet, je ziet er bovendien helemaal niks van. Het schilfertjesprobleem verergert echter. Ik neem aan dat m'n scalp wat meer tijd zal nodig hebben om te herstellen van de shampoo-aanslagen. Voorlopig krijg ik geen onbedaarlijke jeukaanvallen, dus ik maak me nog geen zorgen. Huidige status van m'n project: ok!
Marc

donderdag 25 februari 2010

veggie deel 2

Natuurlijk is het niet moeilijk om te besluiten geen vlees meer te eten. Het moeilijke is alles wat na dat besluit komt en de implicaties dat het met zich meebrengt. Ik ben namelijk niet alleen in de wereld... Mijn vrouw Sandra is al langer vegetariër, maar onze drie kinderen niet. En als ik in m'n vorige bericht herlees hoevele jaren ikzelf nodig gehad heb vooraleer m'n cent viel, kan ik dan van m'n kinderen verwachten dat ze me zomaar in mijn besluit volgen? Ik kan hen vertellen over mijn ideeën en kan hen info geven, de films laten zien, als ze dat willen. Maar ik kan hen niet dwingen om meteen ook vegetariër te worden. Dus koop ik nog steeds salami voor de boterhammetjes en kippenfilet voor op het bord... En daar heb ik 't dan wel behoorlijk moeilijk mee, zeker na het extreme geweld te zien in de documentaire "Glass Walls", let op: niet voor gevoelige kijkers! Ik hoop stilletjes dat we onze kinderen door onze eigen houding tegenover vleesconsumptie toch kunnen overtuigen. En als dat nog jaren duurt, dan moet ik dat maar accepteren...
Marc

zaterdag 13 februari 2010

veggie


Ik had Meat the Truth al een keer eerder gezien, en ik verbaas mezelf hoe weinig van de boodschap ik toen geregistreerd heb. Bij de tweede kijkbeurt, recent bij Hugo thuis, realiseerde ik me pas ten volle hoe destructief ons dagelijks stukje vlees is. Ik ga hier niet vertellen hoe de veestapel in de wereld zorgt voor meer dan de helft van de broeikasgassen, hoe de koeien in Zuid-Amerika het Amazonewoud opvreten en in Europa onze rivieren en zee doodmaken - daarvoor moet je zelf de film maar 'ns bekijken. Ik wil vertellen over mijn besluit om geen vlees meer te eten. En over hoe dat een proces van jaren is geweest. Het begon toen ik iemand ontmoette die een eerder filosofische benadering van de kwestie had: onze maatschapij is dermate geëvolueerd dat er voldoende makkelijke alternatieven beschikbaar zijn voor vlees, zodat we op een veel minder gewelddadige wijze in het leven kunnen staan. Daar zag ik wel wat in, maar ik had destijds niet de moed om me in mijn thuissituatie, tegenover mijn ouders, aan het vegetarisch principe te houden. Men werd geacht te eten wat de pot schafte, en ik was niet meteen van plan om m'n eigen potje te gaan maken...
Nog niet zo lang geleden werd ik, zoals de meesten van jullie, geconfronteerd met de zeer gewelddadige beelden van Gaia. En na die beelden volgden nog andere; documentaires die alle hetzelfde extreme geweld tegen dieren toonden. En dat geweld werd telkens goedgesproken met het argument dat dieren geen pijn kennen zoals wij. Extreme onzin heb ik dat altijd gevonden. Ik denk dat dieren wel pijn hebben zoals wij, alleen kunnen ze dat niet in taal omzetten. Hoewel, als je een varken hoort dat pijn heeft, is er niet veel taal nodig om te begrijpen dat er iets mis is... In ieder geval zette ik zo de volgende stap: enkel nog bio-vlees, vanuit de veronderstelling dat deze dieren tenminste nog een schappelijk leven hebben gehad. Als ik dat laatste zinnetje herlees, klinkt 't wel erg als mooipraterij.
Nu, na het kijken van Meat the Truth, hebben al die stukjes ervaring één geheel gevormd: alternatieven voor vlees op het bord en de boterham zijn inderdaad makkelijk te vinden; vlees eten is geweld plegen, hoe je 't ook draait of keert; de manier waarop de vleesindustrie tekeer gaat is een bijzonder zware aanslag op ons milieu. En al deze dingen hebben van mij nu een vegetariër gemaakt. Natuurlijk zijn er nog andere zaken waar dieren voor nodig zijn: leer, wol, melk en kaas, eieren. Ik heb me voorgenomen om kledingstukken enkel nog tweedehands te kopen (bijv. de coole leren jas die ik laatst in de Zuidstraat in Brussel kocht); zuivel koop ik zoveel mogelijk bio; eieren komen hopelijk vanaf de lente van eigen kip. Compromissen zal ik altijd moeten blijven maken, want ik ben niet van plan om me in een hutje onder een struik wég te keren van de maatschappij. Maar ik denk dat de filosoof gelijk heeft: onze maatschappij is voldoende geëvolueerd om geweldloos in het leven te kunnen staan. De zwakke schakel daarin is de keuzes die de mensen maken.
Marc